Een angst die onder je huid kruipt

Afbeeldingsresultaat voor julie van espen

Hoe de dood van Julie Van Espen ons ongewild beïnvloedt

Door Kelly Keasberry

Op een gewone donderdag vertrek ik naar mijn stageadres. Het asfalt glimt nog na van de dauw. Vlak voor mij ontwaar ik een man op een elektrische fiets. Erg aantrekkelijk oogt hij niet, want zijn afzakkende joggingbroek biedt uitzicht op een royale bilnaad. We komen samen voor een rood verkeerslicht te staan.

Terwijl ik mijn sporthorloge op pauze zet, vraag ik mij af waarom sommige mannen zich toch zo miserabel kleden. Maar ook ik ga niet vrijuit. Ik heb vanmorgen een dunne panty en een zwarte minirok uit de kast gegrist. Zo'n minirok kan behoorlijk opkruipen, maar dat ontdek je gewoonlijk pas als je op de fiets zit.

Bouwvakkersdecolleté

Groen licht. Is dat even mooi. Omdat ik van tevoren mijn versnelling in een lage stand heb geschakeld, kan ik nu snel optrekken. Ik weet bijna zeker dat die man met dat bouwvakkersdecolleté het nakijken krijgt. Een geruststellende gedachte, want welke dame wil er nu kilometerslang tegen zo'n gleuf aan kijken? 

Ik heb mijn voorsprong toch wat overschat, zo blijkt achteraf. Als er zoiets bestaat als bumperkleven met de fiets, dan doet deze man het. De hele weg blijft hij pal achter me rijden. En dat terwijl hij een elektrische fiets heeft en mij dus allang had kunnen inhalen. Waarom doet hij dat toch niet?

Auto's razen voorbij, maar het fietspad oogt verlaten. De afstand tussen ons bedraagt hooguit dertig centimeter. Ik voel hem achter me, zijn zwarte schaduw valt over mijn fiets, de man is alomtegenwoordig. Terwijl ik nog een versnelling hoger schakel, voel ik het bloed in mijn slapen bonzen. Ik denk aan Julie Van Espen. Zou de media-aandacht ontspoorde mannen op verkeerde gedachten kunnen brengen? Misschien is deze bilspleet wel onder de indruk. Misschien droomde hij er altijd al van om een vrouw van haar fiets te trekken. Een vrouw die net als Julie op weg is naar Antwerpen, en die ook nog eens een minirok draagt. Want dan vraag je er zelf om, of niet soms?

Bakfietsvader

Als ik in mijn remmen knijp, doet de man hetzelfde. Achter mij hoor ik zijn motor zachtjes zoemen, zijn ademhaling raspt. Dichterbij kan hij nauwelijks komen. Hoopt hij dat ik voor de brug af zal slaan richting het bedrijventerrein? In dat geval heeft hij vandaag pech. In stilte overloop ik mijn opties. Wat is veiliger, als ik regelrecht naar de binnenstad fiets, of kan ik beter rechtsafslaan richting brandweerkazerne? Vanuit de kazerne draait een brandweerwagen het fietspad op. Optie twee vervalt.

Blijft over: de binnenstad. Bij het stoplicht krijgen we gezelschap van fietsers uit alle richtingen. Terwijl ik mijn opgekropen minirok naar beneden trek, voel ik mijn hartslag al dalen. De bilnaad krijgt gezelschap van een bakfietsvader en een swapfiets. Dat verandert de zaak. Terwijl ik in de laagste versnelling de brug beklim, glijdt hij voorbij om in de verte te verdwijnen. Van boven zijn broekrand blijft een verticaal oog me brutaal aanstaren.

Avondklok voor vrouwen

Als ik op facebook het onderwerp aankaart, stuit ik op herkenning. 'Je wordt gewoon bang om als vrouw over straat te gaan,' zegt mijn moeder. Ook Petra merkt dat na het voorval met Julie Van Espen haar angst om te fietsen is toegenomen. 'Ik  ben een fervent fietsster, maar ik moet zeggen dat het monster angst nu wel heel dicht bij komt, ook bij mij.' Anneke schrijft: 'Ook ik wil niet dat de angst mijn leven beheerst, maar eraan ontkomen is ook moeilijk.' Na een geweldsincident durft zij 's avonds niet meer alleen over straat te gaan. 'Dus ja er is een stukje vrijheid afgepakt'. Niet alleen vrouwen zijn bang. Ook Jan geeft aan 's avonds niet meer met zijn vrouw over de hei te durven lopen.

Het is dus niet zo verwonderlijk dat er in mijn wijk na 20.00 uur alleen nog mannen op straat lijken te zijn. Maar dat kan toch niet, een avondklok voor vrouwen in een egalitaire samenleving? Tot nog toe heb ik mij er altijd tegen verzet. Ik ben 's avonds om tien uur de deur uit gegaan om een pak melk bij de avondwinkel te gaan halen. Ja, ik rende zelfs langs de spoorlijn nadat de zon allang was ondergegaan. Tot nog toe vertikte ik om ook maar iets van mijn vrijheid op te geven. Om stukken onbenul macht over mijn leven te geven. Maar vandaag was ik plotseling bang. De angst bleek als een monster onder mijn huid te zijn gekropen, en niet alleen onder de mijne, maar ook onder die van vele anderen. 

Lieve dames, we mogen niet naïef zijn, maar onze vrijheid opgeven is geen optie. We moeten blijven vechten voor wat we verworven hebben. Dat houdt in dat we moeten blijven fietsen, joggen, wandelen en dansen, een pak melk halen bij de avondwinkel en aantrekken wat we willen. Juist nu. Zelfs al is dat soms met vrees en beven. 

Lieve Julie, rust zacht.






Reacties