Waarom voetballers maar liever om de bal heen draaien
Dat voetbal een wereld apart is, is geen geheim. Maar wist je dat er zoiets bestaat als voetbaltaal? Waar voetballers de mosterd vandaan halen blijft een raadsel. Duidelijk is in elk geval dat Nederlandse voetballegendes als Marco van Basten en Johan Cruyff de toon zetten.Voetbaltaal
Wie een fraai staaltje voetbaltaal wil horen, heeft daar weinig voor nodig. Een camera of microfoon is al voldoende. Zet daar een vliegende keep voor en vraag hem om de wedstrijd te becommentariseren. Grote kans dat hij ongeveer zoiets zal zeggen: "Je wilt die wedstrijd natuurlijk winnen. En dus zet je in op aanvallend voetbal. Als je dan het eerste doelpunt hebt gescoord, geeft dat meteen een goed gevoel."
Ook Marco van Basten spreekt vloeiend voetbaleriaans. Ik citeer: "Je loopt op het doel af. Je hebt een grote kans. Je weet dat je moet scoren, maar de bal vliegt er helaas naast."
Tegeltjeswijsheden
Je kunt het natuurlijk ook nóg algemener maken. In dat geval laat je het woordje 'je' gewoon weg. Het gevolg is dat je uitlatingen verdacht veel op tegeltjeswijsheden beginnen te lijken. Twee treffende voorbeelden:
- elk voordeel heb z'n nadeel (Johan Cruijff)
- elke wedstrijd is een kans (Marco van Basten)
Zou deze taal beperkt blijven tot de voetbaltribune, dan was er waarschijnlijk weinig aan de hand geweest. Maar pas op, want de Van Bastenisering dringt ook door tot buiten de voetballijn. Gehoord in een supermarkt: "Dan ga je voor een pak suiker, en sta je even later bij de kassa met een doos eieren." Inderdaad, het zal je maar gebeuren.
Ook agenten
Niet alleen voetballers kunnen er wat van. Ook politieagenten weten wel raad met veralgemeniserende taal. Wie kent niet het schoolvoorbeeld van de agent die een potentiële inbreker tegen zijn schouder tikt, en de vraag stelt: "Meneer, wat zijn we hier aan het doen?". Waarop de man antwoordt: "Wat u aan het doen bent weet ik niet, maar ik ben mijn huissleutel kwijt en geraak niet binnen."
De voordelen van voetbaltaal
Voetbaltaal maakt de wereld er niet duidelijker op. Toch heeft het wel degelijk voordelen. Door in algemeenheden te spreken, bereik je het volgende:
- Het gaat schijnbaar niet over jou. Handig als je jezelf wilt indekken tegen kritiek.
- Je verwent journalisten met een mooi verhaal zonder het achterste van je tong te laten zien.
- Je roept bij anderen (ten onrechte) het gevoel op dat iedereen in jouw situatie hetzelfde zou hebben gedaan.
- Door het creëren van een wij-gevoel beperk je mogelijke weerstand.
- Berg de Kleenex maar op, want afstand bewaren is de beste remedie tegen ongewenste emoties.
De nadelen van de Van Bastenisering van taal
Toch heeft de Marco van Bastenisering van taal ook nadelen. Grote kans dat de supermarktcaissière nog wel begrijpt waar je het over hebt. Bij de tandarts wordt dat al lastiger. Ooit een tandartsenpraktijk gebeld met de woorden: "Ja, moet je es horen, volgens mij heb je een gat in je kies" of nog algemener: "elke tand heb zo z'n zwakke kant"? Weinig kans op een geslaagde behandeling.
Helemaal vervelend wordt het als ook managers gaan meedoen. "Je weet dat je moet gaan saneren, en dat gaat natuurlijk zeer doen, maar je maakt weloverwogen keuzes die in het belang zijn van zoveel mogelijk mensen." Met zo'n blabla-verhaal is waarschijnlijk niemand geholpen. Zeker niet als je een dag later je ontslagbrief op de deurmat aantreft.
De moed om kleur te bekennen
Voetbaltaal en verwarring blijven goede vrienden. De oplossing? Houd het persoonlijk en spreek voor jezelf. Gebruik het woordje 'ik'! Met een kleine aanpassing wordt de uitspraak van Van Basten als volgt: "Ik liep op het doel af. Ik had een grote kans. Ik wist dat ik moest scoren, maar de bal vloog er helaas naast."
Zoiets vergt natuurlijk moed. Wie 'ik' zegt, bekent kleur. Maar in de praktijk is het knap lastig toegeven dat jij die bal gemist hebt, en niemand anders. Dus blijf je als voetballer maar liever een beetje om de bal heen draaien. Toch?
Reacties
Een reactie posten