Hippe sneakers of de nieuwste iPhone: wie droomt daar niet van? Voor veel jongeren blijft het bij dromen. Ook vandaag groeit één op de vijf Belgische kinderen op in armoede. Het overkwam Chantal, Céline en Fatima. Ze blikken terug op hun jeugd.
Céline (29) herinnert zich nog hoe jaloers ze was toen haar buurmeisje een roze-witte picknickauto kreeg. Haar ouders konden zo’n speelgoedauto niet betalen. De boekwinkel van haar vader was na een brand verloren gegaan, en het gezin met vier kinderen leefde van één minimuminkomen.
De 42-jarige Fatima was op school vaak niet in orde. Dan had ze bijvoorbeeld geen geodriehoek bij, omdat haar ouders niet begrepen wat dat was. Haar vader werkte als gastarbeider, haar moeder was huisvrouw.
Chantal (47) groeide op in het rijke Nederlandse Hilversum. Haar moeder en stiefvader runden samen een marktonderzoekbureau. “Toen mijn moeder van mijn vader scheidde, merkte ik pas dat ze grote schulden had.”
Boterham met kaas
Fatima: “Ik heb jarenlang gedroomd van een boterham met kaas.”
De verhalen van Céline, Fatima en Chantal staan niet op zichzelf. Als we de cijfers mogen geloven, telt elke klas met twintig leerlingen gemiddeld vier arme kinderen. Maar wanneer ben je precies arm? Socioloog Jan Vranken omschrijft armoede als “een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het bestaan”. Dat gaat verder dan geldgebrek alleen. Arme kinderen kunnen niet aan de heersende normen voldoen. Daardoor ontstaat er een kloof tussen hen en hun leeftijdsgenoten.
Bij Chantal thuis was geld geen onderwerp van gesprek. “Maar op een gegeven moment ga je erop letten. Het verschil zit soms al in kleine dingen, zoals foto’s. Bij rijkere mensen hangen bijvoorbeeld foto’s van vergezichten en vakanties.” Zelf ging ze nooit op vakantie. Fatima keek dan weer verlangend toe als klasgenoten hun lunchbox openden. “Ik heb jarenlang gedroomd van een boterham met kaas.”
Schaamte
Chantal: "Rijkdom en armoede kun je niet veranderen. Het zijn vooral de waarden en normen die moeten veranderen.”
Armoede is vaak omgeven door schaamte. Zo vroegen klasgenootjes bij Céline thuis vergeefs om cola. “Het was lastig om uit te moeten leggen dat we dat niet konden betalen. We voelden ons er vaak ongemakkelijk door.”
Chantal ervoer die schaamte als een dubbele last. Enerzijds was er het verdriet omdat ze nooit kreeg wat ze hebben wilde. Anderzijds had ze het gevoel dat ze zich moest verantwoorden. “Ik liep continu op mijn tenen om maar niet gekwetst te worden”. Die schaamte zou ze graag zien verdwijnen. “Het zou zo goed zijn als het normaal wordt om te zeggen: wij hebben het thuis niet zo breed, maar ik kan wel sporten omdat de gemeente bijdraagt en dat vind ik fijn. Rijkdom en armoede kun je niet veranderen. Het zijn vooral de waarden en normen die moeten veranderen.”
Fatima en Chantal zijn voorstanders van het schooluniform. Ook meent Fatima dat leerkrachten zich bewust moeten worden van hun invloed op kinderen. “Leraren kunnen veel kapot maken zonder dat ze het beseffen. Als een kind er belabberd bijloopt of niet in orde is, krijgt het soms straf. Arme kinderen worden dan dubbel gestraft.”
Ook positieve kanten
Fatima: “Als je studeert en volhoudt, dan kom je er wel"
Met Céline is het uiteindelijk goed gekomen. Ze is historica en zal binnenkort doctoreren in de gemiddelde gezin.” Armoede heeft ook positieve kanten, stelt ze. Zo leerde ze om creatief te zijn, financieel zelfstandig en om anderen te respecteren.
Chantal is postbezorger en volgt nog therapie om haar jeugdherinneringen te verwerken. Ze ziet de toekomst hoopvol tegemoet. “Ook al heb je een laag inkomen, het is niet per se zo dat ook je kinderen laag uitkomen.” Haar zoon kan korfballen dankzij een speciale regeling voor mensen met een minimuminkomen. “Het is niet erg als je het minder hebt. Het is niet leuk, maar er zijn veel regelingen die ervoor kunnen zorgen dat je toch een goed leven hebt. Arme mensen zijn bovendien al blij met een bloemetje. Rijke mensen willen altijd maar meer, meer, meer.”
Het gezin van Fatima leeft van twee inkomens. Fatima studeerde op latere leeftijd en werkt als jeugdbegeleidster. Eens per jaar neemt ze haar kinderen mee naar de Voedselbank om te helpen. “Ik Verenigde Staten. Hoe kijkt ze terug op haar jeugd? “Het feit dat anderen ons als ‘zielig’ zagen en ons daarmee in een hokje duwden, vond ik veel erger dan het feit dat wij minder geld hadden dan het gemiddelde gezin.” Armoede heeft ook positieve kanten, stelt ze. Zo leerde ze om creatief te zijn, financieel zelfstandig en om anderen te respecteren.
Chantal is postbezorger en volgt nog therapie om haar jeugdherinneringen te verwerken. Ze ziet de toekomst hoopvol tegemoet. “Ook al heb je een laag inkomen, het is niet per se zo dat ook je kinderen laag uitkomen.” Haar zoon kan korfballen dankzij een speciale regeling voor mensen met een minimuminkomen. “Het is niet erg als je het minder hebt. Het is niet leuk, maar er zijn veel regelingen die ervoor kunnen zorgen dat je toch een goed leven hebt. Arme mensen zijn bovendien al blij met een bloemetje. Rijke mensen willen altijd maar meer, meer, meer.”
Het gezin van Fatima leeft van twee inkomens. Fatima studeerde op latere leeftijd en werkt als jeugdbegeleidster. Eens per jaar neemt ze haar kinderen mee naar de Voedselbank om te helpen. “Ik wil mijn kinderen leren dat het niet evident is dat alles voorhanden is. Dat er nog steeds mensen zijn die een uur moeten aanschuiven voor een litertje melk.” Ze gelooft niet dat armoede het leven van jongeren hoeft te tekenen. “Als je studeert en volhoudt, dan kom je er wel. Elk kind heeft dromen. Het is belangrijk om vast te blijven houden aan die droom en die niet kapot te laten slaan."
Dit artikel verscheen in de juni-editie van 2018 in het jongerenmagazine PIDMAG, een uitgave van Stamp Media.
Reacties
Een reactie posten