Boekrecensie
Maude Julien is een bijzonder meisje. Ze gaat niet naar school, heeft geen speelgoed of vriendinnetjes. Maar dat moet ook niet, want haar vader heeft grootse plannen met haar.Psychologie
Maude werd geboren met een belangrijke missie: ze moest een supermens worden die de wereld zou gaan redden. Al voor haar geboorte stond het plan van haar vader vast. In het boek Alleen tegen mijn vader blikt Maude Julien, nu zestig jaar, terug op haar jeugdervaringen. Op beklemmende wijze schetst ze het grote huis in Noord-Frankrijk, niet ver van de Belgische grens. Het huis had alles mee om een gezellige familiewoning te zijn: een grote tuin, een hondenhok en talloze kamers. Toch zou er nooit speelgoed staan of kindergelach door de gangen klinken. De enige warmte in huis was afkomstig uit de jeneverfles van haar vader. Een drank die door iedereen gedronken moest worden, zelfs door de paarden op stal.
Louis Didier was een man tegen wie velen opkeken. Letterlijk en figuurlijk. Afgezien van zijn rijzige postuur wist hij een succesvol bedrijf uit de grond te stampen. De inspiratie voor zijn ideeën haalde hij uit de vrijmetselarij, waarbij vooral mystiek en apocalyptische ideeën hem intrigeerden. In 1936 sloot Louis Didier, 34 jaar oud, een deal met de vader van een straatarm mijnwerkersgezin. Hij stelde voor de jongste dochter onder zijn hoede te nemen. Het meisje zou een goede opleiding krijgen en niets te kort komen. De enige voorwaarde was dat zij haar familie nooit meer zou zien. De vader stemde toe. Wat de zesjarige Jeannine toen nog niet kon vermoeden, was dat Didier haar had voorbestemd om een wonderkind te baren. Op 23 november 1957 werd Maude Julien geboren.
Beproevingen
Maude groeide op in alle beslotenheid. Misschien zagen hooguit de buren haar in het holst van de nacht blootsvoets door de tuin rennen. Achter het halfverlichte raam de rijzige schim van haar vader. Maude kreeg privéles van haar moeder, die door haar vader speciaal voor dat doel naar de universiteit was gestuurd. Maar studeren was niet het enige. Ook beproevingen, ijzige kou, eenzame opsluiting en het folteren en slachten van haar lievelingsdieren moesten van de kleine Maud een supermens maken. Geheimzinnige littekens op haar lichaam maakten dat haar vader haar altijd zou kunnen herkennen. Hij zei ook haar gedachten te kunnen lezen. Maar als niemand keek, voerde Maud gesprekken met de dieren of las ze boeken over liefde en affectie. Het verlangen naar een knuffel of een zachte aanraking verteerde haar. Maar in de familiesekte van Louis Didier was geen plaats voor dergelijke ‘zwakheden’.
De Bijbel stelt dat God liefde is, en dat elke wet vervuld is in de liefde. Dat doet de vraag rijzen naar de levensbeschouwing van Louis Didier, die zo vastberaden zijn eigen kille universum creëert. Op zijn eigen manier betuigt ook Didier zich een gelovig man, zelfs op het fundamentalistische af. Zo gelooft hij dat de buitenwereld zijn dochter haar puurheid zou kunnen ontnemen, en dat de mens geneigd is tot de kwade. Dat wil zeggen: de mens is geneigd zich te gedragen als een ‘slechte boor’, die zijn energie de verkeerde kant op laat draaien. Didier meent bijvoorbeeld dat Hitler de krachtige energieën van de swastika de verkeerde kant opstuurde. Met chaos tot gevolg, de energieën keerden zich uiteindelijk tegen hun gebruiker. Dat Maude elke maand wordt opgesloten in de kelder, heeft dan ook een belangrijke reden. Door geruisloos de nacht door te brengen op een stoel, moet zij haar angsten overwinnen voor de schimmen van het dodenrijk. Zo leert Maude zich te verzoenen met de lichtwezens die heen en weer bewegen op de grens van leven en dood. Volgens Louis Didier hebben ook de Eiffeltoren en het Vrijheidsbeeld een belangrijke functie. Ze zenden trillingen uit waaraan de lichtwezens zich kunnen verbinden, zodat het hele universum wordt vervuld met hun energie.
Ingewijd
Onderdeel van Maudes training is dat ze met magische krachten leert omgaan. Haar vader leert haar om met haar ogen een lepel om te buigen of de wijzer van een uurwerk vooruit te schuiven. Over het christendom is hij een stuk sceptischer. Zo definieert hij het bedevaartsoord Lourdes als ‘een volmaakt voorbeeld van het heiligdom van de lulkoek, opgericht om de onnozelen uit te schudden en de Kerk er weer bovenop te helpen’. Het probleem van de Kerk is volgens Didier haar onvermogen om te verdragen dat er ingewijden zijn die niet afhankelijk zijn van haar macht. Ingewijden zoals hijzelf. Louis Didier rekent zich tot de tempeliers en heeft naar eigen zeggen een oude ziel, die al vele malen gereïncarneerd is. Dit keer is hij teruggekomen om de wereld een vrouwelijke verlosser te schenken. Wat Didier dan nog niet kan vermoeden, is dat ook vijftig jaar later de zon nog altijd zal opgaan boven de stalen hekken rond het huis. En dat Maude, inmiddels psychotherapeute, er op een dag zal terugkeren om afscheid te nemen van de schimmen van het verleden. Voordat zij anderen kon redden, moest zij eerst zichzelf bevrijden uit de donkere kelder die in haar was gekropen. Het schrijven van haar dappere boek heeft daar ongetwijfeld bij geholpen. Maar heel soms droomt Maude Julien nog dat ze lijdzaam moet toezien hoe haar wereld zich langzaam uitzoomt, om uiteindelijk een maquette te worden op de tafel van haar vader. Sommige littekens genezen niet.
![]() |
Maude Julien |
Deze boekrecensie verscheen in het Christelijk Weekblad jaargang 66 no 1, 12 januari 2018.
Reacties
Een reactie posten