Journalist gaat undercover als gastarbeider

Boekrecensie


Ali Sirioglu is een gastarbeider zoals er zovelen zijn. Hij woont in de Dieselstraße met uitzicht op de hoogovens van Duisburg. Zijn Duits is gebroken, zijn ogen donker en op zijn bovenlip prijkt een weelderige snor. Niemand die kan vermoeden dat Ali in werkelijkheid een Duitse journalist is. Günter Wallraff kroop twee jaar lang in de huid van Ali Sirioglu en schreef een ontnuchterend boek over het lot van gastarbeiders in het Duitsland van de jaren 80.
Het avontuur van ‘Ali’ begint met een advertentie: “Buitenlander, sterk, zoekt werk, maakt niet uit wat, ook zwaar en vuil werk, ook voor weinig geld. Aanbiedingen onder nummer 538 en 458.” Ali pakt alles aan. Zo maakt hij wc’s schoon bij McDonalds en beult hij zich af op de afdeling Cokesverwerking van de hoogovens Thyssen AG. Ook de farmaceutische industrie mag hem als proefkonijn gebruiken. Ali en zijn collega’s doen het smerige, gevaarlijke en laagbetaalde werk waar nog weinig Duitsers iets voor voelen. Een gastarbeider bij de hoogovens eindigde als gloeiend kooltje in een woeste vuurzee. Zijn lichaam werd versmolten tot hekwerk. Het is exemplarisch voor de ontmenselijking die de gastarbeiders ten dele valt. Voor koppelbaas Adler zijn zij slechts werkvee. Soms krijgen ze een hongerloontje, andere keren wekenlang niets. Het woord ziekengeld komt niet voor in zijn vocabulaire. Racistische taal des te meer. ‘De beste Turk is een dooie Turk’, staat er in de toiletdeur gekerfd.

Open zenuw

Dit is slechts een greep uit de vele ervaringen die Wallraff optekende in zijn ontnuchterende boek Ik (Ali). Wie rustige literatuur zoekt voor op het nachtkastje kan het maar beter links laten liggen. Wie echter graag wakker geschud wordt, heeft met Ik (Ali) een meesterwerk in handen. Wallraff haalt zijn mede-gastarbeiders uit de schaduw van de hoogovens en geeft hen een gezicht en een stem. Feilloos legt hij een open zenuw in de samenleving bloot. Democratie en gelijkheid mogen dan mooie speeltjes zijn in de monden van de elite; voor veel mensen zijn ze een farce. De harde wereld van de gastarbeiders kent een strikte hiërarchie. Duitsers behoren tot de eerste rang, buitenlanders met papieren tot de tweede en sans-papiers tot de derde. De laatste categorie is vogelvrij. Dit ontdekt Wallraff als Ali gevraagd wordt om een groep arbeiders te regelen voor illegaal werk. Liefst de meest kwetsbaren; vreemdelingen zonder papieren die probleemloos kunnen ‘verdwijnen’. Het loopt echter anders doordat Ali zijn baas behendig in de val weet te lokken.

Undercover avonturen van Wallraff

Ali is niet Wallraffs eerste alter-ego. Eind jaren 70 kroop hij al eens in de huid van Hans Essen om  undercover te gaan bij de Duitse sensatiekrant Bildzeitung. Zijn ervaringen bundelde hij in het spraakmakende boek Der Aufmacher. In 2009 deed Wallraff het nog eens gladjes over door de straat op te gaan als dakloze kleuring. Dit leidde opnieuw tot een reeks ontstellende ervaringen. In Heerlijke nieuwe wereld klaagt Wallraff niet alleen het racisme aan, maar ook de macht van vakbonden en ondernemingsraden.
Wallraff betoont zich niet alleen een bekwaam journalist met een scherp observatievermogen. Hij geeft tevens blijk van een meesterlijk acteertalent. Maar liefst twee jaar lang weet hij de schijn op te houden. Uiteindelijk valt hij zelfs zodanig samen met zijn personage, dat hij begint te dromen in gebroken Duits. Even lijkt het mis te gaan als de Turkse gastarbeider geen Turks blijkt te spreken. Maar ook dan heeft Wallraff een verhaal paraat: Ali’s moeder is Grieks; zijn vader was Turks. Als zijn Turkse collega’s hem vragen om een zinnetje in het Grieks, schudt hij spontaan Homerus uit zijn mouw.

De stilte doorbroken
Günter Wallraff
Word je als Duitser geboren met de naam Günter, dan lacht het leven je toe. Heet je Ali dan wordt het een heel ander verhaal. Het boek Ik (Ali) is daar de ontnuchterende optekening van. Het relaas wordt ondersteund met foto’s, feitenmateriaal en een beschrijving van de politieke en maatschappelijke gevolgen van twee jaar undercover journalistiek.
De stem van Ali doorbreekt de stilte waarin vele gastarbeiders jarenlang hun kruis droegen. Het ontnuchterende verhaal van Ali werd vertaald in 30 talen en wereldwijd gelezen. Ook in Turkije, waar het tot op vandaag als een standaardwerk wordt beschouwd.

Günther Wallraff, Ik (Ali), Anbo/Amsterdam 2010, paperback 363 pagina’s, prijs EUR 20,49. Vertaald vanuit het Duits. Oorspronkelijke titel: Ganz Unten (1985). 


Reacties