Pijlen in de hand van een held

“Geniet ervan, ze zijn zó groot”, krijgen jonge ouders vaak te horen. Dat cliché blijkt maar al te vaak waar. “Als pijlen in de hand van een held, zo zijn de zonen der jeugd”, zegt Psalm 127. “Welzalig de man die zijn pijlkoker met deze heeft gevuld.” Dat klinkt natuurlijk prachtig, maar er zit ook een aartsmoeilijke opdracht aan vast. Pijlen zijn niet bestemd om voor altijd in de veilige pijlenkoker te blijven. Het ouderschap is een les in loslaten.

Kelly Keasberry

Een citytrip naar Namen, ik had me erop verheugd. Even geen smartphones of computers, maar tijd om weer ouderwets gezin te zijn: mijn vier zonen, man en ik. Al snel bleek dat dat enthousiasme niet door iedereen werd gedeeld. Zuchtend en steunend sjokte de oudste mee. Alles viel hem zwaar: de hete zon, de drukke straten, de mondmaskers in de winkels, zijn broers die hem irriteerden. Na een rondje Citadel had hij het wel gezien. Om vier uur wilde hij thuis zijn, zodat hij nog een potje kon gamen voordat hij uitging met zijn vrienden.

Eindig

We slenterden door straten waar ouderen aan tafeltjes zaten, gezellig in de zon met een glaasje rosé. Langs de Samber wandelde een moeder met een kinderwagen. Het jongetje lachte en speelde met zijn teentjes. Plots voelde ik een traan prikken. Precies zeventien jaar geleden was het dat ik Samuel op die manier door de straten van Tossa de Mar had geduwd. Zijn slabbetje rook naar vanille en met glimmende oogjes kon hij minutenlang staren naar de fonteinen op de boulevard, steeds feller op zijn speentje zuigend, totdat zijn oogjes dichtvielen. Als hij sliep had hij een gloeiende blos op zijn gezicht, en zijn haartjes geurden naar zon en zee. Die dag in Namen besefte ik meer dan ooit dat het leven eindig is.

Samuel en zijn broers kwamen niet zonder slag of stoot. Na vier miskramen hadden we de hoop op een kind eigenlijk al opgegeven. De ommekeer kwam toen een predikant ons een briefje gaf met Psalm 127:3-5.
Zie, zonen zijn een erfdeel des Heren,
een beloning is de vrucht van de schoot.
Als pijlen in de hand van een held,
zo zijn de zonen der jeugd.
Welzalig de man die zijn pijlkoker
met deze heeft gevuld.
Zij worden niet beschaamd, als zij spreken
met de vijanden in de poort.

Geloofsreis die opvoeding heet

Die tekst was een enorme steun voor ons. Niet alleen als bemoediging dat we onze hoop op een kind niet moesten loslaten, maar ook voor de geloofsreis die opvoeding heet. Want hoe makkelijk zien we onze kinderen niet als een verlengstuk van onszelf? Hoe verleidelijk is het niet om onze eigen interesses, emoties, idealen en doelen op ons nageslacht te projecteren? Maar deze tekst is duidelijk: kinderen zijn geen product van onze eigen kracht of intelligentie. Ze zijn een geschenk van God. Het zijn unieke pijlen met hun eigen doel op aarde, die we een tijdje mogen koesteren en toerusten, maar die we onherroepelijk moeten loslaten. Pijlen zijn niet gemaakt om voor altijd in de veilige pijlenkoker te blijven. Op een dag vliegen ze uit, klaar om in het leven hun eigen doel te vinden.

Loslaten

Pijnlijk maar waar: pijlen in de hand worden soms pijlen in het hart. Is de pijl eenmaal uitgevlogen, dan is het te laat om hem nog bij te sturen. Toch mogen we er ook op vertrouwen dat al onze moeite niet vergeefs is. Alle liefde, gesprekken, spelletjes, normen, waarden en gezamenlijke momenten die we investeerden, vormen een fundament waarop onze kinderen kunnen voortbouwen, ook als het leven grillig en stormachtig wordt. Als ouders moeten we, ja zullen we de hand van onze kinderen loslaten, zodat God die kan overnemen. Geen gemakkelijke opdracht. De Syrische schrijver Kahlil Gibran gaf daar prachtig woorden aan:

"Je kinderen zijn je kinderen niet. 
Zij zijn de zonen en dochters van 's levens hunkering naar zichzelf. 
Zij komen door je, maar zijn niet van je, en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe. 
Je mag hen je liefde geven, maar niet je gedachten, want zij hebben hun eigen gedachten. 
Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen, want hun zielen toeven in het huis van morgen, dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen.
Je mag proberen gelijk hun te worden, maar tracht niet hen aan jou gelijk te maken.
Want het leven gaat niet terug, noch blijft het dralen bij gisteren. 
Jullie zijn de bogen, waarmee je kinderen als levende pijlen worden weggeschoten. 
De boogschutter ziet het doel op de weg van het oneindige, en hij buigt je met zijn kracht opdat zijn pijlen snel en ver zullen gaan. 
Laat het gebogen worden door de hand van de boogschutter een vreugde voor je zijn: want zoals hij de vliegende pijl liefheeft, zo mint hij ook de boog die standvastig is."

Voetstappen over het grindpad

Vannacht werd ik wakker om halftwee. Rondom het huis klonken voetstappen over het grindpad. Ik wachtte op het vertrouwde geluid van de sleutel in het slot, dat uitbleef. Ik schoof de deken opzij, sloop de trap af, draaide de voordeur open en speurde de oprit af. Tussen de langgerekte schaduwen van de nacht zocht ik mijn zoon, maar hij was hij nergens te bekennen. Ik doorzocht de huiskamer, de werkkamer en de keuken. Niets. Uiteindelijk sloop ik de trap op en opende ik de deur van zijn kamer. Daar lag hij. Zijn lange lichaam vormde een grote bobbel, en in het maanlicht zag ik zijn haar nog net boven de dekens uitsteken. “Ik ben blij dat je weer thuis bent”, zei ik opgelucht, en hij lachte. Een glimlach die volstond om weer vredig in te slapen.

Liefde treft altijd doel

Zondagmorgen stapte ik een kerk binnen. De meeste kerkgangers waren ouderen die hun dagen niet hadden doorgebracht op terrasjes, maar in stille huiskamers boordevol herinneringen. Toen ik een dame vroeg hoe het ging, lichtten haar ogen op, blij als ze was weer aanspraak te hebben. Plots besefte ik iets belangrijks. Niet alleen onze kinderen zijn pijlen. Wij zijn het zelf ook; pijlen die ooit door onze ouders werden losgelaten om de wereld in te gaan. En zelfs al hebben onze kinderen ons niet meer nodig, onze liefde treft nog altijd doel.

Deze blog verscheen ook op de site van het Vlaams Bijbelgenootschap.






Reacties