Het noorden van Frankrijk, vlak
onder België, is een plaats waar je maar liever met een grote boog omheen rijdt.
Dat is de centrale gedachte in de humoristische film Bienvenue chez les Ch’tis. Onder de Franse bevolking leven namelijk nogal wat vooroordelen over het noorden. Zo zou het er het hele jaar door stervenskoud zijn en aldoor regenen. De streek van Nord Pas de Calais zou lelijk zijn (enkel nuttig vanwege de ferryboten). Maar nog het ergste: de bewoners. Die zouden grof, onbeschaafd en simpel zijn, dagelijks friet eten en rond het middaguur al dronken zijn.
Het moet niet meevallen om als geciviliseerde Fransman je natuurlijke habitat te verlaten. Maar dat is wel het lot
van Philippe Abrams (Kad Merad). Hij werkt bij de post in het Zuid-Franse
plaatsje Salon-de-Provence, als hij door zijn baas wordt overgeplaatst naar het
noorden.
Hoe Philippe Abrams in het noorden verzeild raakte
Hoe raakte Philippe Abrams in het noorden verzeild? Aanvankelijk vroeg hij overplaatsing aan naar de Côte d’Azur, in de hoop dat het de depressieve buien
van zijn vrouw zou doen verminderen. Gehandicapten kregen echter de voorkeur tijdens de procedure. Geen probleem, dacht Abrams, en hij
hees zich vol goede moed in een rolstoel. Helaas wist hij die rol niet overtuigend neer te zetten, waardoor zijn bedrog uitkwam en zijn baas een passende straf verzon.
De straf van Abrams zou erger zijn
dan een ontslag, zo waarschuwde zijn baas. Hij zou worden overgeplaatst naar
het noorden. Abrams koestert nog enige hoop op Lyon of Parijs. Voor een echte zuiderling staat dat immers al gelijk aan het hoge noorden. Maar nee, het zou erger zijn dan dat. Zijn toekomst wachtte in Sint-Winoksbergen (Bergues), negen kilometer ten zuiden van Duinkerken en 15 kilometer van
de Belgische grens.
Noord-Fransen: tussen werkelijkheid en vooroordeel
Vervolgens zien we hoe Philippe met lood in zijn schoenen afscheid neemt van zijn vrouw Julie, die hem sterkte wenst. Ze trekt zijn dikke ski-jack nog even dicht tot aan zijn kin. Bij
het passeren van het bord Nord Pas de Calais barsten er spontaan slagregens los.
Eenmaal gearriveerd maakt Philippe al snel
kennis met de Ch'tis, die vreemde namen dragen als Deconick, Boon of Vandenhoute.
En voor zover ze al geen Vlaams spreken, bedienen ze zich van een dialect dat
voor de gemiddelde Fransman abracadabra is. Philippe maakt voor het
eerst in zijn leven kennis met de frietkot en eet zijn eerste frikandel (de
ingrediënten zijn een goed bewaard geheim). Ook ontdekt hij waarom Antoine, de
postbezorger, altijd dronken is. Bij elke deur waar hij aanbelt, wordt hij steevast binnen gevraagd voor een borrel. In dat opzicht lijken de voordelen niet uit de lucht gegrepen.
In het begin voelt Philippe nog de neiging om die barbaren een beetje op te voeden. Gaandeweg begint hij echter te integreren. Hij oefent
met het plaatselijke dialect, gaat mee post bezorgen op de fiets en wordt stomdronken, en jawel - hij begint zelfs de lokale friet te verkiezen boven de fijne Franse keuken. Al snel worden de medewerkers van het postkantoor zijn vrienden. Toch houdt hij in de telefoongesprekken met zijn vrouw de vooroordelen nog even in stand. Al was het maar om haar het gevoel te geven dat zij niet de enige is met
een zwaar leven. Wanneer echtgenote Julie afreist naar het noorden, is er dan ook werk aan de winkel. Philippe en zijn vrienden doen alles om de stereotypen nog eens aan te scherpen. Maar ondanks hun barbaarse gedrag laat Julie zich niet wegjagen.
De gedachte achter Bienvenue Chez Les Ch'tis
Regisseur Boon - zelf een Ch’ti - stelde zich tot doel om bestaande vooroordelen aan de kaak te stellen, en ze op een ludieke manier onderuit te halen. Sommige voordelen hebben misschien een glans van waarheid – zo is Antoine rond het middaguur al dronken –
maar bovenal zijn les Ch’tis vriendelijke en gastvrije mensen. En die lelijke
streek? Het landschap mag dan weinig opwindend zijn, maar het noorden kent
prachtige steden, een fraaie architectuur en een rijke historie.
Van "barbaars gebied" tot toeristische trekpleister
De film miste zijn uitwerking niet. Sint-Winoksbergen (Bergues) kreeg te maken met een hausse aan bezoekers, die allemaal
verwachtten dat grappige taaltje te horen. Degenen die de ober aanspraken met biloute (makker) of elke zin eindigden met è, wachtte echter een teleurstelling. In
plaats van het Ch’ti dialect wordt er toch vooral Frans-Vlaams en Frans
gesproken. En hoewel de stinkkaas
maroilles gretig over toonbank rolt, waren de bewoners
toch wat in de wiek geschoten. Door de film kregen zij immers opnieuw het
predicaat van simpele doch sympathieke zielen.
Zo kon het gebeuren dat een film die
bedoeld was om vooroordelen weg te nemen, er weer nieuwe in het leven riep. Maar goed, de film Bienvenue ches les Ch'tis is uiteraard niet bedoeld als documentaire. De film doet wat hij moet doen: hij amuseert de kijkers en confronteert tegelijkertijd met menselijke vooroordelen. Ook onder Belgische kijkers zal de film stiekem herkenning oproepen. Want historische steden, frietkoten en fietsende postbodes, dat alles mist zijn charme niet. Dat wisten wij al lang. Toch goed dat de geciviliseerde Fransman dat nu ook mag ontdekken.
![]() |
De stad Bergues |
Reacties
Een reactie posten